. Aanteekeningen over de pot van den Cryptobranchus japonicus. Cryptobranchus japonicus, salamandres. 13 en haemaspina pliysen po'nog, uitpuilende verticaal sterk staande proces- sus spinosi, eenvoudige, grootendeels dragendejoroce^geene ribben sw* transversi en processus, articulares zooals die boven bij de overige wer- vels vermeld zijn. De achterste extremiteit dijbeen bestaat uit een verder, scheen- uitbeen en k, uit een tarse, métatarse en kootjes der teen en, Allen welke beenderen weinige beschrijving der nur waardige bijzonderheden être- sous-échantillonner. Teekenen navolge daarvan Wij het

• Contributeur: Library Book Collection / Alamy Banque D'Images
• ID de l’image: RRM2KR
• Taille du fichier: 7,1 MB (70,2 KB Téléchargement compressé)
• Autorisations: Modèle - non | Propriété - non
• Dimensions: 1532 x 1631 px | 25,9 x 27,6 cm | 10,2 x 10,9 inches | 150dpi

Informations supplémentaires

Cette image appartient au domaine public, ce qui signifie que le droit d’auteur a expiré ou que le titulaire du droit d’auteur a renoncé à ses droits. Les frais facturés par Alamy couvrent l’accès à la copie haute résolution de l’image.

Cette image peut avoir des imperfections car il s’agit d’une image historique ou de reportage.

. Aanteekeningen over de anatomie van den Cryptobranchus Japonicus. Cryptobranchus Japonicus; Salamanders. 13 po'pliysen en haemaspina, nog sterk uitpuilende verticaal staande proces- sus spinosi, eenvoudige, grootendeels geene ribben dragendejoroce^sw* transversi en processus articulares, zooals die boven bij de overige wer- vels vermeld zijn. De achterste extremiteit bestaat verder uit een dijbeen, scheen- en k uitbeen, uit een tarsus, metatarsus en kootjes der teen en, allen welke beenderen slechts weinige der beschrijving waardige bijzonderheden be- zitten. Wij teekenen daarvan het navolgende aan. Het dijbeenshoofd beantwoordt aan den langwerpigen vorm van het acetahulwn, is ter weerszijde platgedrukt, en komt in zijne gedaante met de hoofdjes der metatarsale beentjes bij den mensch overeen; het gaat zonder hals in het gedraaide ligchaam over, heeft een trochanter aan de binnenzijde, en eindigt in twee condyli. Het kniegewricht bezit lirjg. cruciata; de knieschijf ontbreekt. De tibia en Jibula hebben eene platte en gekromde gedaante. Beiden heb- ben dezelfde breedte; alleen is aan het boveneinde de tibia breeder. Tegen dit breedere gedeelte is, even als bij den mensch, de fibula iets lager bevestigd. Door genoemde kromming wordt de geheele extremiteit op haar plat gebogen. In deze zelfde rigting gaat de tarsus voort den schenkel met den metatarsus te vereenigen. De tarsus bestaat uit 10 platte kraakbeentjes, welke, even als een plaveisel van 3 lange rijen, van de fibulaire zijde des schenkels, naar de tibiale zijde van den me- tatarsus verloopen. De eerste rij bevat 4, de 2^« rij insgelijks 4, de 3''*= rij 2 beentjes (eigentlijk kraakbeenige ligchaampjes) welke beide laatste spits eindigen, en tegen den buitenwand van de basis van het ^ste Qg metalarsi aansluiten. Aan de ondervlakte heeft het 4^^^ beentje der eerste rij, hetgeen aan den middelsten jö/^a/r/;^^? beantwoordt, een knobbeltje, waarvan bij de be- schrijving der spieren melding zal worden gemaakt, i

Recherche dans la banque de photos par tags

• bookcentury1800
• bookdecade1860
• booksubjectsalaman
• bookyear1862