. De flora van Nederland. Les plantes. 168 SCROPHULARIACEAE. FAMILIE 94.. Veronica agrestis Fik'. 204. Voorkomen en Europa fr dans Nederland. Usine de komt in a general sense dans bouwlanden dans Europa voor ons zeldzaam en est bij. V. agrestis i) L A K'kereereprijs (fig. 204). Cette plante est meest lichtgroen en min de meer kortbehaard. Uit den penwortel opstijgende stengels komen liggende de langwerpig eironde, mourir à bladen dragen welke, afgeknotten hartvormigen een de voet hebben een kort, gesteeld gezaagden gekartelden en een de rand hebben. De bloemen zijn klein fr staan alleen op oksel- standige stelen, die korter

• Contributeur: The Book Worm / Alamy Banque D'Images
• ID de l’image: RD322Y
• Taille du fichier: 7,1 MB (245,7 KB Téléchargement compressé)
• Autorisations: Modèle - non | Propriété - non
• Dimensions: 1412 x 1769 px | 23,9 x 30 cm | 9,4 x 11,8 inches | 150dpi

Informations supplémentaires

Cette image appartient au domaine public, ce qui signifie que le droit d’auteur a expiré ou que le titulaire du droit d’auteur a renoncé à ses droits. Les frais facturés par Alamy couvrent l’accès à la copie haute résolution de l’image.

Cette image peut avoir des imperfections car il s’agit d’une image historique ou de reportage.

. De flora van Nederland. Plants. 168 SCROPHULARIACEAE. FAMILIE 94.. Veronica agrestis Fik'. 204. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in geheel Europa in bouwlanden voor en is bij ons zeldzaam. V. agrestis i) L A k'kereereprijs (fig. 204). Deze plant is meest lichtgroen en min of meer kortbehaard. Uit den penwortel komen liggende of opstijgende stengels, die langwerpig-eironde bladen dragen, welke een afgeknotten of hartvormigen voet hebben, kort gesteeld zijn en een gezaagden of gekartelden rand hebben. De bloemen zijn klein en staan alleen op oksel- standige stelen, die korter dan of evenlang zijn als de bladen, in wier oksels zij staan en ten slotte naar beneden gebogen zijn. De kelk heeft 4 lang- werpig-eironde, stompe, weinig behaarde en ge- wimperde slippen. De bloemkroon is lichtblauw, donkerder geaderd, de onderste slip is wit, de geheele kroon is niet grooter dan de kelk. De meeldraden zijn dicht boven den onderrand der bloemkroon ingeplant. De stijl is korter dan 1 mM en steekt al of niet boven de insnijding der vrucht uit. De doosvrucht (fig. 204) is 5-6 mM breed, 4 mM hoog, slechts iets meer breed dan hoog^ meest scherphoekig uitgerand, meest verspreid klierachtig behaard, de hokjes zijn 4-6-zadig, zijn dubbel zoo hoog als breed, zwak gekield. O- De takken zijn 7-30 cM lang. April—Juni en Juli-Herfst weer. Deze soort onderscheidt zich door de langere bladen van V. polita en V. opaca, door de lichter groene kleur van V. opaca, door de lichtblauwe en zelfs witte bloemkronen en de weinig diepe tanden in den bladrand van V. polita, door de spitse insnijding in de meer rondachtige doosvrucht van V. opaca en door de stompe kelkslippen van V. polita. Zoowel de bladen als de stengel zijn grooter dan van V. polita en opaca, doch de bloemen zijn zelfs kleiner dan van V. polita. Biologische bijzonderheden. De inrichting der bloem met het oog op de bestuiving is als bij V. Chamaedrys, doch onvolkomener, zoodat zij meer op zelfbestuiving zijn aangewe

Recherche dans la banque de photos par tags

• bookcentury1900
• bookcollectio
• bookdecade1900
• livresubjectplants