. Ian Harmensz Kruls. Minne-spiegel ter deughden . uwe gunft in afgunft weer verkeert,SOA denkt dataghy in ipy het leven nietbegeort,. - ^de blijtfchap die nu est dans volheyt ongemeten, ■: t ?a üt/.Die foud dan op een nieuw ter neder zqn geftneten met een meerder pijn my aen bet herte.gaen>ALS zy voordelen wel heeft aen tsaijn zid gedaen^1 k foud aen yeder een been wegbeen und för.fjn.fjn.fjn.fjn tsaejn tsajn in tsajn tsajn tsajn Ghy, mijn lieve Vrouw mon ! t leven wouwt vetbien:ik hoopu hertjen fal noyt totdk wadethöyr komen.DAT mijn ver
1586 x 1576 px | 26,9 x 26,7 cm | 10,6 x 10,5 inches | 150dpi
Informations supplémentaires:
Cette image peut avoir des imperfections car il s’agit d’une image historique ou de reportage.
. Ian Harmensz Kruls. Minne-spiegel ter deughden . uwe gunft in afgunft weer verkeert, Soa denkt datghy in ipy het leven nietbegeort, . - ^De blijtfchap die nu is in volheyt ongemeten, ■: t ?a üt/.Die foud dan op een nieuw ter neder zqn geftneten.En met een meerder pijn my aen bet herte.gaen>Als zy voordelen wel heeft aen tsaijn zid gedaen^1 k foud aen yeder een^ g^tuygén door fsiïit fmene, Dat ghy de moorderin Ibud wefen vanmijn herte.Een yegelijk-die fouw ^twt mijn gcdaente fien.Dat ghy, mijn lieve Vrouw my ! t leven wouwt vetbien:ik hoopu hertjen fal noyt totdk wreethöyr komen.Dat mijn vergunde gunft my weer fal zijn benomen, . * ^-Het vonkje tan u gunft, het vuyr mijns liefdensluft * ^^l>at dient meer actigeftookt, en niet weer wt gebluft. Eyï T E R DE V G H DEN. ir? Ey! voeghtter vonkjes by, op dat het meer ontfteke, En in een hoogher vlam fijn kraghten magh wt brcke, Op dat dit vonkjen magh vèrfpreydèn tot een vuyr, Een vuytdat door u gunft in liefden eeuwïgh diiyr. M I ISl N E - W E f T E N. M I^N:-ï^#-BÏÏLD E N, . -T 0, i*td3ilGi:;E P A-S T- DE Ml#ltt1i:E VRYSTERS- oor-j liefFelijkgeflaght, aentreckelijke dieren, In wieosgelaeten zeen mèntnenigmael fiet fwieren Bc fchigjes vande minj ja fèlVer in het oógh. En Jieffelijk gefight voert ghy Cupidoos boogh;En fchiet de pijltjes wt vao lodderl ijke lonkjes, U hertje ilieveiMaeght bram inde niinne-vonfcjes, U vvefèn ivijfthet wt^ hoe welde tongh niet feytDatin u lieve hert verhöle minne leyt, t Wtwendighis ^getiïygh v^n t innerlijk behage, En fchoon de tbiïge fwijght het herte dat kien klagc, M watter dooï natuöriaeb^iiwe lib (]0O ! lieveMaeght, menii^.tvVacu^in/cher;teichorr:-^ ^^^Wanneer ghy u gefight laet hier en elders dwalen.En lieve lonkjes doet wt uwe ooghjes dralen, Wanneer